Montage, montagemogelijkheden en plaatsing
DEX3000 – Decentrale WTW-unit
Monteren
De unit wordt aan het plafond bevestigd met behulp van het bijgeleverde montagebeslag. Het is belangrijk om erop te letten dat het draagvermogen van de plafondconstructie voldoende is om de unit te dragen; controleer het gewicht van de unit in de technische gegevens. Raadpleeg de montagehandleiding voor gedetailleerde instructies.
Als de buitenlucht en de afblaaslucht direct door de wand heen gaan, raden we aan om de twee transportbeugels te gebruiken voor extra bevestiging – zie onderstaande tekening.
Wandbeugel voor |
A
[mm] |
B
[mm]
|
C
[mm] |
Gewicht
[kg] |
DEX3060 |
420 |
98,6 |
80 |
1,0 |
DEX3090 |
420 |
98,6 |
80 |
1,0 |
DEX3120 |
522 |
98,6 |
80 |
1,1 |
Montageopties
Vaak is er in een ruimte één optimale locatie voor de unit. Daarom is het een groot voordeel dat de DEX3000 een grote verscheidenheid aan kanaalaansluitingen biedt. De unit kan worden aangesloten aan de kanalen die naar achteren door de wand worden geleid, omhooggeleid worden door het plafond of van de zijkant naar de buitenwand – zie onderstaande afbeelding.
HOGER RENDEMENT
Om de verse lucht optimaal in de ruimte te verdelen, maken de DEX3000-serie units gebruik van het zogenaamde 'Coanda-effect': Als de unit direct onder het plafond wordt gemonteerd, ontstaat er een onderdruk tussen de luchtstroom van de unit (toevoerlucht) en het plafondoppervlak, en wordt de stroming van de toevoerlucht dicht bij het plafond gehouden. De toevoerlucht wordt tijdens het hele proces met kamerlucht vermengd, waardoor de luchtsnelheid afneemt en de verse lucht snel en efficiënt over de ruimte wordt verdeeld.
Om dit principe te laten werken, mogen er geen grote obstakels in het plafond, zoals lamparmaturen, worden geplaatst.
Andere factoren die een goede ventilatie-efficiëntie en luchtverdeling bevorderen:
- Plaatsing van het apparaat direct onder het plafond voor een correcte uitgangshoek en gebruik van het coanda-effect
- Temperatuurverhouding tussen kamerlucht en toevoerlucht
Onderstaande afbeeldingen tonen de verschillende slingerlengtes en bijbehorende luchtdebieten.
Het doel is om in het woongedeelte een constante luchtsnelheid (L02) van < 0,2 m/s aan te houden om tocht te voorkomen.
Plaatsing van de DEX3000
Bij het plannen van een DEX3000-oplossing dient men rekening te houden met de vorm van de ruimte om een optimale plaatsing van de unit te realiseren.
In vierkante ruimtes met wanden die (vrijwel) even lang zijn, kan de DEX3000 overal worden geplaatst, maar bij voorkeur midden op de wand. In smalle ruimtes raden we aan om de DEX3000 in het midden van de korte wand te plaatsen om een goede circulatie van de ventilatielucht te waarborgen. Plaatsing op de lange wand moet worden vermeden.